Category

Artikelen & publicaties

Artikelen & publicaties

In 5 stappen naar vertrouwen: case ProRail [2021]

– Voor u gevonden op het web, een artikel uit het blad Deal! –

De komende zes jaar vindt groot onderhoud plaats aan de Schipholspoor-tunnel. ProRail heeft het contract gegund aan Strukton Rail en VolkerRail. In dit artikel wordt door Richard Mattheij en Alf Smolders beschreven hoe de opbouw van vertrouwen tussen de partijen die betrokken zijn bij het project Groot Onderhoud Schipholspoortunnel (GOS, zie kader) aangepakt werd. Dit aan de hand van de volgende vijf stappen: 

1. Bewust worden: inzicht en begrijpen;
2. Ervaren: zelf beproeven door gaming;
3. Relationeel contracteren: gunnen op samenwerken;
4. Meten: inzicht van ontwikkelbare factoren van vertrouwen;
5. Groeien en ontwikkelen: verbeteren met gerichte interventies.

Via nevenstaande link kunt u het gehele artikel bekijken: In-5-stappen-naar-vertrouwen-case-ProRail.pdf

Continue reading
Artikelen & publicaties

Supplychain management: als het niet in je zit, begin er dan niet aan!

Ik kwam deze column van Michel van Buren (BLMWC) tegen in een online magazine, waarin de uitdagingen beschreven worden om ketensamenwerking te implementeren.

Quote ”Supplychain management draait echter vooral om horizontale processen waaraan je samen werkt, over afdelingen heen, waarvan geen duidelijke hiërarchische eigenaar is. Hoe zorg je dat mensen daar prioriteit aan geven? Dat start bij het stellen van heldere en haalbare doelen, bij voorkeur doelen waarbij de intrinsieke motivatie van mensen wordt aangesproken. Daarnaast is het zeer belangrijk om te laten zien hoe elke stap bijdraagt aan het totale resultaat: we doen het samen. Dus maak data inzichtelijk en vier successen samen. De marketeer, de productiemedewerker en de klantenservice dragen allemaal bij aan de winst”. Voor diegene die met de implementatie van ketensamenwerking bezig zijn is dit vast herkenbaar.

Lees het hele artikel:-) Supplychain management – LINK (linkmagazine.nl

Continue reading
Artikelen & publicaties

Strategische samenwerking in gebiedsontwikkeling

[Voor u op het web gevonden, een interessante publicatie van de vernieuwde Stad, Aedes en NEPROM]

De meeste ruimtelijke investeringen in bestaand stedelijk gebied worden gedaan door maatschappelijke organisaties en marktpartijen. Het is zaak dat op het niveau van gebiedsontwikkelingen deze partijen in een vroegtijdig stadium om tafel gaan. Dan kunnen ze zien waar investeringen op elkaar kunnen aansluiten en waar ze elkaar kunnen versterken. Op die manier kan efficiënt en effectief uitvoering worden gegeven aan het brede palet aan opgaven in het stedelijk gebied. Die opgaven liggen op het terrein van het toevoegen van nieuwbouw, de verduurzaming en kwaliteitsverbetering van de bestaande voorraad, de betaalbaarheid van huurwoningen, en het verbeteren van het leefklimaat in buurten en wijken.

Integrale langjarige samenwerking tussen corporaties, marktpartijen en gemeenten biedt daarbij legio kansen. Hoewel bij aanvang de belangen en de uitgangsposities van corporaties en marktpartijen van elkaar verschillen, is er voor elk voldoende plek en uitdaging om samen verder aan de stad te bouwen. De synergie die dit oplevert, betaalt zich uit in een meer betaalbaar en gedifferentieerder woningaanbod en helpt bij het tegengaan van ruimtelijke segregatie. Via nevenstaande link kunt u de publicatie downloaden.

Continue reading
Artikelen & publicaties

Ketengericht samenwerken bij installatieonderhoud

[MRE scriptie verkregen van Ernie van Dalen en alhoewel al een flink aantal jaren oud, deels nog steeds actueel]

Op 12 november 2012 werd door woningcorporatie Stichting Ymere de overeenkomst getekend met Feenstra en TBI-Bedrijf Comfort Partners voor het installatiebeheer van ca. 80.000 installaties in de woningvoorraad van Ymere (“Ymere kiest TBI-Bedrijf Comfort Partners voor resultaatgericht installatiebeheer,” 2012). Een enorme stap voor Ymere en beide installatiebedrijven. Immers, voordien werd het onderhoud van de installaties uitgevoerd door ca. 16 verschillende partijen en nu ondergebracht bij nog slechts 2. Als directeur van het TBI bedrijf Comfort Partners was de auteur destijds zeer nauw betrokken geweest bij alle fasen van de aanbesteding- en gunningprocedure tot en met de ondertekening van het contract. Gelijktijdig zocht hij een geschikt onderwerp voor deze scriptie.

De aanpak van Ymere sprak de auteur enorm aan. In deze aanpak is nadrukkelijk gezocht naar een vorm van samenwerking welke is geënt op een langdurige vorm van samenwerking. Waarbij openheid en transparantie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer belangrijk zijn alsmede de wil en wens tot het realiseren van een win-win (synergie) situatie voor opdrachtgever, opdrachtnemer en gebruiker (de bewoner). Het doel was, en is, werkelijk samenwerken in de keten. Daarnaast krijgt het thema “ketensamenwerking” vanuit fabrikanten (AWB, 2012), toeleveranciers, aannemers en opdrachtgevers in de bouwwereld steeds meer aandacht als een nieuwe manier van samenwerken die mogelijk ook kan bijdragen aan een oplossing voor de malaise in de bouw.

Vanuit deze actualiteit en een sterk geloof in de aanpak van “samenwerken is samen sterker”, is het onderwerp voor de scriptie voor de MRE opleiding aan de ASRE gekozen. Geen “kant en klare” oplossing voor alle problemen, maar wel een bijdrage aan wellicht een andere manier van denken en werken, welke is gericht op een beter resultaat voor alle partijen. Via nevenstaande link kunt u het rapport downloaden.

Continue reading
Artikelen & publicaties

Dura Vermeer en Lomans bundelen krachten

Ik kwam een interessant artikel tegen dat beschrijft hou Dura Vermeer en Lomans (installateur) strategisch samenwerken bij de realisatie van projecten. Het geeft een inkijkje in wat er nodig is om op ketensamenwerking level III (het stroomlijnen van de samenwerking tussen zelfstandige organisaties) gedaan kan worden om een dergelijke samenwerking tot stand te brengen. Via nevenstaande link kunt u de publicatie bestuderen.

Continue reading
Artikelen & publicaties, Resultaten (cijfers) - praktijk

Ervaringen van 20 jaar ketensamenwerking

Mooi om het verhaal van Egbert Kunst/GroenWest te lezen waarin verslag gedaan wordt van de jarenlange inspanning om ketensamenwerking tussen verschillende partijen in de keten te laten slagen. Zoals we al wisten vergt het een lange adem en gaat het niet alleen over techniek en stenen, maar ook over de organisatie van de samenwerking anders vormgeven. In mijn periode als promovendus en als consultant ben ik al op zoek geweest naar voorbeelden in de NL bouw waarin we konden laten zien dat ketensamenwerking niet alleen in theorie maar ook in de praktijk grote waarde heeft. Mooi ook dat ik aan en af zelf een steentje heb mogen bijdragen aan de vormgeving van de samenwerking bij GroenWest en nog mooier dat daar mensen zitten die ondanks tegenslagen toch koersvast blijven en daar nu samen de vruchten van plukken. Dikke pluim voor de partners en voor Egbert!

Continue reading
Artikelen & publicaties

Inzicht in beleidsacties richting een Circulaire Economie

– Publicatie van Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) 2020 –

De Nederlandse rijksoverheid streeft naar een circulaire economie in 2050. Om deze overgang te stimuleren heeft zij doelen en acties beschreven voor beleid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. De doelen en acties om deze transitie te versnellen staan beschreven in het Uitvoeringsprogramma circulaire economie 2019 het Rijksbrede programma circulaire economie (2016) en de Transitieagenda’s (2018). Vijf sectoren hebben voorrang: biomassa en voedsel, kunststoffen, de maakindustrie, consumptiegoederen en de bouw.

Inmiddels zijn de acties in het Uitvoeringsprogramma goed van start gegaan: in september 2019 was ruim tachtig procent in uitvoering. Om de versnelling naar de circulaire economie te realiseren, beveelt het RIVM de overheid aan om concreter te benoemen welke veranderingen Nederland in gang wil zetten. Dit maakt het makkelijker om te bepalen welke acties nodig zijn. Ook is daardoor beter te monitoren welke verandering per sector plaatsvindt.

Het RIVM heeft geanalyseerd op welk type actie de nadruk ligt in de drie genoemde beleidsdocumenten. Er blijkt nog vrij weinig aandacht te zijn voor hergebruik en reparatie van producten en materialen, en voor productontwerp. Deze aandacht is nodig voor de gewenste versnelling, wat betrokken partners in reflectiebijeenkomsten bevestigen. Het RIVM beveelt ook aan gedetailleerder in kaart te brengen waar acties per sector zich vooral op richten.

Uit de inventarisatie blijkt dat voor een deel van de acties data over de voortgang ontbreken. Voor een goede monitoring is het belangrijk om deze informatie voor alle acties op dezelfde wijze beschikbaar te hebben. Het bleek waardevol om de analyse van de nadruk en de voortgang met alle betrokken partners te bespreken. Het resultaat is te gebruiken voor de jaarlijkse actualisatie van het uitvoeringsprogramma. Om de resultaten van de acties te kunnen gaan meten, stelt het RIVM per sector indicatoren voor. Denk aan de mate waarin overheden circulair inkopen en de bouwsector materialenpaspoorten gebruikt. Veel data voor de indicatoren kunnen uit bestaande lokale bronnen worden gehaald, maar zijn nog niet structureel beschikbaar. Aanbevolen wordt voor een aantal indicatoren gericht data te verzamelen, te beginnen met indicatoren waarvoor data beschikbaar zijn. Via nevenstaande link kunt u de gehele rapportage downloaden.

Continue reading
Artikelen & publicaties

Inefficiëntieschade in de bouw en installatietechniek

‘- Door mr.dr. Marcel Ruygvoorn (Van Benthem & Keulen) –

Tijd is geld en dat betekent dat een aannemer er groot belang bij heeft om zijn werkzaamheden zo efficiënt mogelijk te verrichten. Dat die werkzaamheden niet altijd maximaal efficiënt zullen worden verricht, weet de aannemer ook; niet alles loopt op de bouw altijd van een leien dakje, dat weet hij en met dat gegeven zal hij, bij het bepalen van de aanneemsom, ook rekening houden. Maar wat indien de aannemer zijn werkzaamheden significant minder efficiënt kan uitvoeren dan door hem, bij het sluiten van de overeenkomst en rekening houdend met – kort gezegd – de gebruikelijke tegenvallers, was voorzien als gevolg van omstandigheden die de opdrachtgever zijn toe te rekenen? Dan leidt dit tot inefficiëntieschade die de aannemer mogelijk wil verhalen op de opdrachtgever.

In de praktijk blijkt dit laatste evenwel vaak lastig te realiseren. In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijke juridische grondslagen voor
dergelijke claims en de praktische (bewijs)problemen waar de aannemer bij een dergelijke claim te maken heeft.

Continue reading
Artikelen & publicaties

Werkboek over hergebruiksmogelijkheden van grondstoffen en materialen in de industrie, de bouw en de stedelijke omgeving

– Dit is een uitgave van het lectoraat Building Future Cities van de Hogeschool Utrecht –

In de afgelopen drie jaar deden studenten van de Hogeschool Utrecht voor partners uit het EFRO project Werkspoorkwartier verschillende studies naar circulaire ketens. Deze projecten leidden tot nieuwe inzichten op circulaire gebiedsherontwikkeling, bouw en productieketens. In dit werkboek laten we de uitkomsten van verschillende studentenprojecten zien. Met deze case studies willen we de gevolgen van de circulaire economie voor de bouw, de industrie en de stedelijke ontwikkeling duidelijk maken voor hogeschoolstudenten en praktijkpartijen.

Het werkboek wordt gebruikt bij de specialisatie Circulaire Stad van de opleiding Built Environment. Verder gebruiken een aantal Quest-studentenprojecten van het Institute for Design & Engineering het werkboek de resultaten van voorgaande projectgroepen ten behoeve van hun eigen onderzoek. Ook bespreken we met andere opleidingen op welke manier deze of een volgende versie voor hun studenten kan worden gebruikt.

Continue reading
Artikelen & publicaties

Woonlasten neutraal koopwoningen verduurzamen

– Door Frans Schilder en Marieke van der Staak, in opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving –


De analyse van de mogelijkheden van eigenaren-bewoners om hun woningen te verduurzamen toont dat de wens van woonlastenneutraliteit haast onmogelijk te realiseren valt. Permanente subsidiëring van verduurzaming lijkt onvermijdelijk zolang er geen innovaties worden gedaan die de prijzen van het verduurzamen fors verlagen. Gebouwgebonden financiering is in ieder geval niet de (financiële) innovatie die het verschil gaat maken. Beleidsmakers rond de energietransitie moeten, door de herhaaldelijke toezegging van (het streven naar) woonlastenneutraliteit, daardoor voorlopig dansen op een erg dun koord. Via nevenstaande link kunt u de gehele publicatie downloaden.

Een van de grote uitdagingen bij het verduurzamen van de woningvoorraad is de enorme heterogeniteit. Haast elke woning is weer net iets anders: one size fits all-oplossingen zijn niet eenvoudig voorstelbaar. Maar ook de bewoners zijn niet gelijk. Vanzelfsprekend zijn er  verschillen tussen personen: de een heeft de thermostaat liever een graadje hoger dan de ander. Voorkeuren kunnen verschillen. Maar er zijn ook enorme verschillen tussen groepen eigenaren-bewoners enorm zijn. De huidige maandelijkse energielasten van eenpersoons-huishoudens zijn volstrekt onvergelijkbaar met die van een gemiddeld gezin. Onze berekeningen laten dan ook vaak zien dat een investering die voor de ene groep net wel, of net niet uit kan, voor andere groepen juist helemaal niet uit kan. Tenzij in het beleid haast op microscopisch niveau rekening wordt gehouden met individuele verschillen, kan de energietransitie door die diversiteit alleen al eigenlijk niet woonlastenneutraal plaatsvinden.

Gratis geld of achtergestelde lening?
Het is een open deur: verduurzamende maatregelen worden aantrekkelijker naarmate de rente lager is. Maar onze analyse laat ook zien dat wanneer wordt uitgegaan van financieringskosten die meer passen bij een achtergestelde lening geen enkele verduurzamingsstrategie financieel aantrekkelijk meer is. Wanneer de maatregelen hypothecair gefinancierd zouden kunnen worden, komt het kantelpunt voor sommige groepen huishoudens wel in zicht. Het is dan ook niet ondenkbaar dat in voorkomende gevallen huishoudens de beperkte extra lasten voor lief nemen, bijvoorbeeld omdat ze willen bijdragen aan de klimaatdoelen. Toch zal ook het hypothecair financieren van de verduurzaming niet zo maar tot een grote versnelling in verduurzaming leiden: niets doen blijft voor veel huishoudens goedkoper dan investeren.

Woonlastenneutraal ≠ financieel aantrekkelijk
Woonlastenneutraliteit is het uitgangspunt van de overheid in de energietransitie. Dat wordt expliciet zo benoemd in het Klimaatakkoord, en resoneert sterk in bijvoorbeeld de verduurzamingsoperaties van woningcorporaties en in de verschillende wijken in de Proeftuinen  Aardgasvrije Wijken. We hebben al vastgesteld dat die woonlastenneutraliteit niet zonder meer haalbaar is: het ene huishouden is per slot van rekening het andere niet. Daar komt echter bij dat woonlastenneutraliteit alléén, een noodzakelijke, maar onvoldoende voorwaarde is voor een financieel aantrekkelijke propositie. Zelfs wanneer de maandlasten dalen, weegt de besparing in energielasten onder de meest optimistische omstandigheden nog niet op tegen de investering in de verduurzaming van de woning. Met andere woorden: zonder subsidie is de energietransitie voorlopig niet woonlastenneutraal, laat staan rendabel te maken.

Anders denken? Andere instrumenten?
De aandacht in deze notitie ligt sterk op de vraagzijde van de woningmarkt: de eigenaar-bewoner die zijn woning moet verduurzamen. De vraag is of het, in het kader van de energietransitie, effectief is om alleen naar de vraagzijde te blijven kijken. Hoeveel nut heeft het bundelen van de verduurzamingsvraag op wijkniveau als de onderlinge verschillen tussen huishoudens zo groot zijn? Is het misschien zinvoller om te focussen op het bundelen en organiseren van de aanbodzijde, dat wil bijvoorbeeld zeggen op het standaardiseren van producten en processen? Ook is het de vraag of het uitgangspunt van een woonlasten neutrale energietransitie wel zo constructief is. Wat woonlastenneutraal is voor de een, is dat niet per se voor de ander. Betaalbaarheid als uitgangspunt biedt meer mogelijkheden voor de energietransitie, omdat daarbij de woonlasten van een huishouden mogen stijgen – onder de voorwaarde dat er voldoende draagkracht is. En ook bij het ingezette beleidsinstrumentarium kan men zich afvragen hoe effectief dat is. Betere voorlichting is nuttig, maar onder de huidige financiële condities lijkt ze weinig zoden aan de dijk te gaan zetten. Een nadere verkenning naar strakker juridisch instrumentarium is wellicht interessant, vooral wanneer dat gekoppeld wordt aan het monitoren van de betaalbaarheid van de transitie.

Continue reading
Artikelen & publicaties

Bouwstenen voor een samenwerkingsvaardige organisatie

[Holland/Belgium Management Review, door Ruben van Wendel de Joode, Edwin Kaats en Wilfrid Opheij]

Samenwerkingsvraagstukken en allianties bepalen bij veel organisaties de bestuurlijke agenda. In de bestuurskamer dringt het besef door dat geen enkele organisatie nog ‘in haar eentje’ de complexe vraagstukken van deze tijd kan oplossen. Nadat er aanvankelijk veel aandacht was voor allianties en netwerken als organisatievorm en vervolgens voor het proces om tot succesvolle samenwerkingsverbanden te komen, ontstaat er de laatste tijd meer aandacht voor het vermogen van organisaties om in samenwerkingsverbanden succesvol te acteren.

Het aantal samenwerkingsverbanden groeit, maar dat wil nog niet zeggen dat het altijd goed gaat. Ongeveer de helft van het aantal allianties mislukt. Organisaties zijn daarom op zoek naar een vorm om ‘samenwerkingsvaardiger’ te worden en hun samenwerkingscompetentie te borgen. In de private sector volgen ondernemingen de voorbeelden van Philips en Eli Lilly en wordt alliantiemanagement actief ontwikkeld. Ook in de publieke sector wordt de samenwerkingsvaardige organisatie een factor van betekenis. Zo zoekt de rijksoverheid naar manieren om met minder mensen betere resultaten te boeken en ziet zij een oplossing in de regierol. Gemeenten zijn op zoek naar een organisatiemodel waarin zij, afgestemd op steeds wisselende bestuurlijke prioriteiten, flexibel kunnen opereren met partners. Wat maakt nu een organisatie samenwerkingsvaardiger dan andere organisaties? Via nevenstaande link kunt u het gehele artikel bestuderen.

Continue reading